Hoe zorgen we dat cliënten en hun vertegenwoordigers echt kunnen meepraten over zaken die voor hen belangrijk zijn? Hoe luistert ORO naar hen, en hoe regelen we de medezeggenschap? Je zou denken: daar is toch een wet voor? Dat klopt. Maar bij ORO willen we verder gaan dan alleen de wet volgen. We doen dit niet omdat het moet, maar omdat we het willen. Hoe? Daar zijn we volop mee bezig.
Bij ORO zijn er lokale cliëntenraden waar mensen samen praten over wat belangrijk is op een locatie of voor een aantal locaties met dezelfde doelgroep. Daarnaast is er een Centrale Cliëntenraad (CCR) die meedenkt over onderwerpen die voor heel ORO gelden. Zo organiseren we de medezeggenschap.
Niet ingewikkeld
Er zijn inmiddels meer dan twintig lokale cliëntenraden. Bestuurssecretaris Malou Besseler begeleidt dit proces. “Er zijn raden voor specifieke doelgroepen, zoals ‘ouderen’ of ‘ambulante cliënten’. Sommige locaties hebben een eigen raad, zoals woonvoorziening Den Dries of Pontenage.’ Is dat niet ingewikkeld? ‘Nee, want cliënten en vertegenwoordigers kiezen zelf hoe zij hun raad willen inrichten. Er is geen vaste lijn of verplicht model. Willen jullie het op jullie manier doen? Dat kan gewoon.”
Wie mogen er in de raad?
Die vrijheid geldt ook voor de samenstelling van de lokale cliëntenraden. Malou: “In sommige raden zitten alleen vertegenwoordigers, in andere alleen cliënten, of juist een mix. De raden beslissen dat helemaal zelf.” Ook in de Centrale Cliëntenraad komt zo’n mix. Voorzitter Henrie Bouwmans: “Nu hebben we vijf vertegenwoordigers. We willen groeien naar zeven vertegenwoordigers én zeven cliënten. De cliënten krijgen ondersteuning van cliëntcoaches van ORO . Dat is best een uitdaging, maar we zijn vastbesloten om dit te doen. De stem van cliënten móét gehoord worden. Dat vraagt creativiteit, want luisteren en praten is voor veel cliënten lastig. Maar hun mening is belangrijk. We hebben al ideeën en we leggen ons niet neer bij het feit dat het moeilijk is.”
Zo breed mogelijke input
De lokale cliëntenraden zijn nog volop in ontwikkeling en worden begeleid door wijkmanagers. Tjeerd van Bommel, wijkmanager complex gedrag op Het Rijtven: “We kregen zo’n twintig aanmeldingen uit verschillende woningen. Samen hebben we gekeken hoe we de raad het beste konden inrichten. We wilden input uit alle huizen en dagbestedingslocaties. Nu hebben we een raad met twaalf mensen. Anderen helpen in werkgroepen of staan als reserve klaar. We hebben zes vergadermomenten gepland en er zijn al thema’s gekozen voor volgend jaar, zoals de uitvoering van het Masterplan Het Rijtven. Dat gaat de komende jaren veel veranderingen brengen.”
Samenwerken tussen raden
Secretaris René van Kessel van de CCR vindt de gesprekken over het Masterplan een goed voorbeeld van samenwerking tussen een lokale cliëntenraad en de CCR. De CCR praat wettelijk met de bestuurder van ORO, maar de lokale cliëntenraad staat dichter bij de cliënten. René en Henrie: “Het contact tussen de CCR en lokale cliëntenraden is de basis van goede medezeggenschap. Wat vraag je van elkaar? Wat verwacht je? Hoe zorg je dat je samen echt iets bereikt? Ook dat is een uitdaging, maar die pakken we aan. We zijn nog volop in ontwikkeling en staan open voor nieuwe ideeën. De komende tijd kijken we wat werkt en wat niet. Maar altijd met het doel om zo dicht mogelijk bij de cliënten te blijven.”
Lees meer over cliëntmedezeggenschap
Dit verhaal is verschenen in OROskoop 83, oktober 2025.