Het loopt lekker bij De Haag in Gemert. Aan de westkant van het dorp, midden in de buurt wonen zes jongvolwassen cliënten van ORO. De Haag 42-44. Het zijn twee huizen die aan elkaar zijn gekoppeld. Familieleden spelen een belangrijke rol in het huis. Tot ieders tevredenheid.
Wennen? Dat viel eigenlijk wel mee. Bij de opening van Pontenage vorig jaar, moesten veel bewoners in Gemert verhuizen. Ook in De Haag moesten de zes bewoners elkaar leren kennen. “Maar dat ging heel snel”, zegt zorgcoördinator Daniëlle van den Elsen. “Het is mooi om te zien hoe snel ze elkaar gevonden hebben. Dit past gewoon.” En past het in de wijk? “Absoluut! We wonen in een wijk die ons er echt bij betrekt. Als er iets te doen is, zijn wij erbij.”
Steeds grotere rol
Kenmerk van De Haag is de rol die de ouders van de jongere bewoners spelen. Die rol wordt steeds groter. Hannie Penninx, pleegmoeder van een van de bewoners, vindt dat heel normaal. “Ik kom zelf uit de zorg en ik zie van dichtbij dat er zaken moeten veranderen. We moeten echt toe naar een werkwijze waarin ouders of verwanten en personeel samen optrekken. Wat kunnen wij doen, waar is behoefte aan, hoe kunnen we zorgen samen.” Daniëlle is het daarmee eens. “Ouders kunnen nét dat steentje extra bijdragen. Nét die activiteit mogelijk maken en die kers op de taart zetten. Daar hebben we allemaal plezier van.”
Dan kom ik gewoon
Ouders zijn op vele terreinen actief. Het externe bedrijf dat de tuin bijhield is er niet meer. Jack van Dijk, een van de ouders, doet dat nu. En bewoners die mee willen helpen zijn van harte welkom. “Ik vind dat heel normaal”, zegt Jack tijdens een pauze in de tuin. “Als mijn andere kinderen vragen om te helpen, dan sta ik ook klaar. Logisch dat ik dat hier ook doe. Laatst moest er een kast in elkaar gezet worden. Nou, dan kom ik gewoon.” Ouders zijn ook op andere fronten actief. Er wordt geholpen bij de spelletjesavonden, er worden activiteiten georganiseerd, af en toe gekookt, samen gebowld en er staat een tuinfeest op het programma. Daniëlle: “Bij het familieoverleg dat we regelmatig hebben, hebben ouders ook aangegeven dat ze bij elkaar willen informeren wat ze graag willen en kunnen. Die eigen inbreng waarderen we natuurlijk enorm.”
Een mooie zoektocht
Maar toch … ‘Van zorgen dat, naar zorgen samen’, het klinkt makkelijk, maar is het dat ook? Hannie lacht. “Het is een zoektocht, maar wel een mooie zoektocht. Het gaat er vooral om dat je samen het gesprek aangaat. Niet alle ouders kunnen of willen hetzelfde, maar ook de begeleiding moet eraan wennen. Ouders komen veel vaker over de vloer. Ze zien meer en vinden misschien ook van alles. Maar hoe dan ook, de beweging is gaande en dat moet ook want zoals ‘vroeger’, dat gaat niet meer.” Ook Daniëlle ziet die zoektocht. “Maar het is fijn en ook wel steeds meer noodzakelijk dat de samenwerking tussen cliënt, begeleiding en het netwerk steeds hechter wordt. En verschil mag er zijn, hè. Het is niet zwart-wit. Door te praten met elkaar komt er wederzijds vertrouwen en dat is de basis.”
Ruimte om te experimenteren
Volgens Hannie is de beweging ‘Van zorgen dat, naar zorgen samen’ een logische in de huidige tijd. Ze vindt de ontwikkelingen bij ORO op dat gebied positief. “Maar”, zo zegt ze ook, “ik vind wel dat ORO ook de ruimte moet geven om te experimenteren. Geef ons een jaar waarin we dingen proberen en ga dan evalueren. Nu moet alles nog in allerlei overleggen en zeker als het op budget aankomt, wordt het soms ingewikkeld. Vertrouw erop dat begeleiding en ouders heel veel samen kunnen regelen. Dat zou een mooie stap zijn op weg naar écht zorgen samen.”