Rik Caris noemt ze ‘de onzichtbare helden van ORO’. Helden die -gelukkig- bijna nooit in actie hoeven te komen. Toch zijn ze goed getraind, super gemotiveerd en altijd alert. Want áls er een BHV’er nodig is, dan is die ook écht nodig. Dus: helm op en lichtgevend hesje aan, want we gaan de schijnwerper richten op die grote groep van bedrijfshulpverleners (BHV’ers) die ORO rijk is.
Rik Caris werkt inmiddels zelf ruim 12,5 jaar bij ORO. Hij begon in de zorg, maar ging zich ook steeds nadrukkelijker bezighouden met het thema veiligheid. Hij werd BHV-coach, instructeur en werkt nu als adviseur Beleid en Kwaliteit, mee aan de organisatie van een nóg veiliger ORO. Als we hem vragen wat de rol van die onzichtbare helden nu precies is, gaat hij er eens goed voor zitten. “Ik vind dat we als ORO echt trots mogen zijn op al die BHV’ers die hopen dat ze nooit in actie hoeven te komen, maar die altijd paraat en alert zijn voor het geval dat.”
Veelomvattende taak
De taak van de ruim honderd (!) BHV’ers die ORO kent is veelomvattend. Rik: “Bij een calamiteit, een noodgeval dus, levert de BHV’er eerste hulp en coördineert verdere acties. Daar hoort reanimatie bij, maar ook het inschakelen van hulpdiensten, eventueel het blussen van een brandje, ontruimen van een locatie en de eerste opvang van cliënten en medewerkers. Elk team heeft een BHV’er en op Het Rijtven is er een commandoteam, samengesteld uit een aantal BHV’ers, dat wordt ingezet bij bijvoorbeeld een brand.”
Preventie
Hoe goed de inzet tijdens een calamiteit misschien ook is, beter is het om een dergelijke gebeurtenis te voorkomen. Daarom is Rik als beleidsadviseur ook veel bezig met preventieve maatregelen. “Procedures, protocollen, maar ook gebouwen moeten zo veilig mogelijk zijn”, zegt hij. “Dat betekent bijvoorbeeld dat, door een goede samenwerking met onze afdeling Huisvesting, de rook- en brandmelders, blussers, branddekens en andere materialen goed bereikbaar zijn en werken. Gezien onze doelgroep is het ook belangrijk dat er korte lijntjes zijn met de brandweer. Daarom nodigen we die ook regelmatig uit op onze locaties en laten we zien wie onze cliënten zijn, wat hun kwetsbaarheden zijn en hoe onze specifieke hulpmiddelen werken.”
Oefening op maat
Oefening baart kunst, luidt het bekende gezegde, maar toch horen we zelden iets over een grootscheepse oefening bij ORO. Hoe komt dat? Rik: “Op kantoorlocaties wordt wel degelijk geoefend, maar met cliënten zijn we heel voorzichtig. Een échte oefening kan veel impact hebben. Daar kunnen ze dagen, sommigen nog langer, last van hebben. We oefenen op een manier die bij de cliënten past. Op de ene locatie kan meer dan op een andere en daar zijn we ons heel goed van bewust. Met de medewerkers van deze locaties oefenen we op andere manieren, onder andere scenariotrainingen en met de training ‘Ken je voorziening’, maar de medewerkers van álle locaties oefenen. Dat ligt vast.”
Als het nodig is, dan zijn ze er
Rik is trots op de manier waarop BHV bij ORO geregeld is. Sinds drie jaar worden ook alle trainingen intern verzorgd. “Eerst gebeurde dat door een extern bedrijf, waar je dan getraind werd samen met medewerkers uit compleet andere sectoren. Dat willen we niet meer. We doen dat nu met eigen mensen, die dezelfde taal spreken en die weten over welke cliënten, welke mensen we het hebben en waar we het voor doen.”
Het verhaal van Rik klinkt geruststellend. ORO heeft haar zaakjes op het gebied van BHV keurig op orde. Er gebeurt zelfs aantoonbaar veel meer dan wat er op grond van wet- en regelgeving zou moeten. Er liggen absoluut nog uitdagingen, weet Rik, “maar ook daar zijn we mee bezig. Er gebeurt echt heel veel, maar het blijft allemaal wat onder de radar en dat is prima. Het is ook goed dat onze BHV’ers ‘onzichtbaar’ blijven, maar weet één ding zeker: als het nodig is, dan zijn ze er!”